Julia Sunnotel aan de Universiteit van Amsterdam deed bij Democracy Agency onderzoek naar inclusiviteit. Ze keek veelal naar trajecten die waren opgezet met participatieplatform OpenStad. Inclusiviteit speelt een steeds grotere rol in gemeentelijk beleid en burgerparticipatie, maar in hoeverre wordt deze beïnvloed door politieke ideologie? Deze vraag staat centraal in het onderzoek van Julia Sunnotel aan de Universiteit van Amsterdam. Door beleidsdocumenten en interviews binnen tien Nederlandse gemeenten te analyseren, biedt Sunnotel waardevolle inzichten in hoe ideologie invloed heeft op de mate van inclusiviteit in burgerparticipatie.
Links versus rechts: ideologische invloeden op inclusiviteit
Uit Sunnotels onderzoek blijkt dat gemeenten met een progressief, links georiënteerd bestuur – zoals Amsterdam, Utrecht, Deventer en Haarlem – hogere niveaus van inclusiviteit in hun participatiebeleid laten zien. In deze gemeenten staan inclusieve beleidsdoelen hoog op de agenda en wordt actief gestreefd naar een breed draagvlak onder de bevolking. Aan de andere kant scoren gemeenten met een meer rechtse of gematigde ideologie, zoals Alphen aan den Rijn, Voorne aan Zee en Zoetermeer, doorgaans lager op inclusiviteit, wat overeenkomt met de verwachtingen van deze studie.
Opvallend genoeg toont Rotterdam, ondanks een rechtse politieke oriëntatie, een relatief hoge mate van inclusiviteit. Dit wijst erop dat ideologie niet de enige bepalende factor is; andere invloeden zoals lokale omstandigheden, diverse coalities en zelfs invloed van progressieve partijen (zoals Denk) kunnen een rol spelen. Ook in Den Haag en Almere, waar gemengde coalities regeren, wordt inclusiviteit bevorderd, hoewel de uitwerking hiervan soms wisselt.
Politieke ideologie: niet de enige factor
Hoewel er een sterke correlatie is tussen linkse coalities en hoge inclusiviteit, maakt Sunnotel duidelijk dat een breed scala aan factoren bijdraagt aan het succes van inclusieve beleidsvorming. Gemeenten met hogere migratiecijfers en lagere inkomens laten bijvoorbeeld een lagere opkomst bij participatietrajecten zien, ondanks hun inclusieve beleid. Deze bevinding wijst op het belang van maatwerk en culturele sensitiviteit om mensen met verschillende achtergronden effectief te bereiken.
Zo kan het aanbieden van meer toegankelijke communicatiemiddelen, zoals digitale platforms en vertaalde materialen, helpen om de betrokkenheid te verhogen. Daarnaast kunnen gemeenten samenwerking zoeken met lokale gemeenschapscentra en religieuze instellingen om het bereik van participatieprojecten te vergroten. In steden zoals Amsterdam en Utrecht worden culturele normen al meegenomen in beleid: er wordt bijvoorbeeld gezorgd voor eten en drinken tijdens bijeenkomsten om een gastvrije sfeer te creëren.
Praktische aanbevelingen voor beleidsmakers
Uit het onderzoek blijkt dat er binnen burgerparticipatieprojecten vaak een ‘participatie-elite’ aanwezig is: een oververtegenwoordiging van hoogopgeleide, oudere, witte mannen. Om ook de minder zichtbare groepen te bereiken, is gerichte actie nodig. Sunnotel pleit voor specifieke outreach-methoden die gericht zijn op ondervertegenwoordigde groepen, zoals jongeren en migranten. Gemeenten als Utrecht proberen dit al door sleutelfiguren uit achtergestelde gemeenschappen actief te betrekken in het participatieproces. Almere laat zien dat variatie in tijdstippen en vormen van bijeenkomsten de toegankelijkheid voor verschillende groepen verder vergroot.
Daarnaast is digitale toegankelijkheid een belangrijk aandachtspunt. Zoetermeer ontwikkelde bijvoorbeeld een online handleiding om inwoners met digitale drempels beter te ondersteunen. Ook fysieke toegankelijkheid moet hoog op de agenda blijven staan: van rolstoeltoegankelijke locaties tot het aanbieden van alternatieven voor mensen met gehoor- en visuele beperkingen.
Inclusiever participatiemodel
Sunnotels onderzoek onderstreept het belang van inclusiviteit en de invloed van politieke ideologie, maar benadrukt ook de beperkingen van dit verband. Gemeenten kunnen ook buiten hun ideologische kaders denken en handelen door lokale omstandigheden en demografische kenmerken te integreren in hun beleidsvorming. Voor een meer representatieve betrokkenheid is het cruciaal om barrières weg te nemen, veilige ruimtes te creëren en gemarginaliseerde groepen te versterken.
Het onderzoek roept beleidsmakers op om verder te kijken dan politieke standpunten en zich te richten op praktische strategieën die inclusiviteit bevorderen. Door diverse gemeenschappen actief te betrekken en culturele gevoeligheid in beleidsontwikkeling te integreren, kan burgerparticipatie worden getransformeerd tot een krachtig middel voor inclusieve en representatieve besluitvorming.
Internationale relevantie
Hoewel het onderzoek zich richt op Nederland, heeft het ook waardevolle implicaties voor internationale burgerparticipatie-initiatieven, zoals het Europese Burgerinitiatief en de MyWorld 2030-enquête. Door inclusieve principes zoals veilige omgevingen en het verminderen van toegangsbarrières toe te passen, kunnen ook deze platforms een diverser en representatiever beeld van de bevolking weergeven.
In de toekomst kan breder onderzoek, waarbij meer gemeenten met diverse ideologieën worden betrokken, zorgen voor een vollediger inzicht in de relatie tussen politieke oriëntatie en inclusiviteit in beleid. Sunnotels studie benadrukt dat ware inclusiviteit verder gaat dan het erkennen van diversiteit. Het vraagt om het wegnemen van barrières, het betrekken van ondervertegenwoordigde groepen en het toepassen van praktische, culturele en toegankelijke benaderingen die aansluiten bij de lokale bevolking.
Lees het volledige onderzoeksverslag