Participatiestrateeg David Bos van gemeente Den Haag
David Bos is gespecialiseerd in digitale participatie. Hij deelt zijn geheimen voor maximaal succes. ‘Bij online participatie hoef je niet direct all-in te gaan, dat is een groot voordeel.’
‘Mijn fascinatie voor lokale democratie is al tijdens mijn opleiding gegroeid.’ Nog voor het begin van zijn carrière als participatiestrateeg kwam David Bos in aanraking met burgerparticipatie. Tijdens zijn opleiding Politicologie aan de Universiteit Leiden, volgde hij het vak Democratie in stad en dorp. ‘Wat ik zo interessant vind aan participatie is het grote belang dat eraan wordt gehecht, maar ook dat het zo ingewikkeld blijkt om het goed te doen. Het afbreukrisico lijkt soms ook zo groot te zijn.’
Tijdens een stage bij ProDemos deed hij onderzoek naar gemeentelijk beleid en activiteiten op het gebied van burgerparticipatie. Dat was voor de tweejaarlijkse monitor burgerparticipatie. Bij een adviesbureau werkte David mee aan de Democratic Challenge, een programma van VNG en BZK om vernieuwingen zichtbaar te maken. Ook deed hij onderzoek naar de toepassing van de participatieladder bij de gemeente IJsselstein.
‘Ik besloot toen dat ik hier fulltime mee aan de slag wilde. Daarom werk ik nu bij team Haags Samenspel. Vanuit dat team heb ik mij gespecialiseerd in digitale participatie. Ik zag dat dat niet structureel gedaan werd. Er werden verschillende tools voor een project ingezet, maar die werden daarna vaak weer weggedaan. Eigenlijk was er een enorm onbenut potentieel op het gebied van digitale participatie.’ David ging kort daarna werken met het open source participatieplatform OpenStad. ‘Daar hebben we vol op ingezet bij Den Haag.’
Het geheim van succes bij het betrekken van anderen
‘We stoppen veel tijd in de beginfase, om een goed procesontwerp te maken. We krijgen scherp waarom we participatie gaan toepassen. De doelgroep brengen we in kaart: de wie. En de wat: waarover kunnen mensen precies meedenken en waarover niet? Maar ook de hoe en wanneer moet vooraf helder zijn. Ik zie vaak trajecten waarbij er een avond georganiseerd wordt om dan te bedenken hoe het daarna verder moet. Zo doen wij het niet.
Wij ontwerpen het proces van A tot Z. Van de voorbereiding tot en met de besluitvorming. Dat betekent dat de bewoners een tijdlijn zien waarin direct voor hen duidelijk wordt: op dat moment kan ik daarover meedenken en op een volgend moment over iets anders meedenken. Dus mensen hoeven niet direct al hun kruit te verschieten bij een eerste contactmoment. Dat klinkt natuurlijk simpel. Maar het vereist veel denkwerk en voorbereiding om dat hele proces te ontwerpen. Daar stoppen we veel energie in.
En een tweede stap is het testen. We starten voor de start. Het procesontwerp dat we maakten checken we vooraf bij mensen in de wijk. We leggen uit hoe bewoners en ondernemers kunnen meedenken. De vormen voor die we bedachten voor online en offline leggen we voor. We vragen dan: wat vind je van de opzet voor dit traject? Dat kun je doen door een gesprek te hebben met een bewonersorganisatie. Maar we doen ook breder behoefte- en gebruikersonderzoeken, waarbij we een aantal bewoners vragen om een website te testen waarin het procesontwerp is verwerkt. Daar haal je veel inzichten uit, waarmee je een proces helemaal op maat kan maken voor een bepaalde plek. En je haalt de kinderziektes er direct uit.’
De belangrijkste les van werken met participatieplatform OpenStad
‘Leg de focus op het concreet maken voor de eindgebruiker. En maak de te ondernemen acties zo laagdrempelig en duidelijk mogelijk. Dat moet ook echt online. Bij een bewonersavond kun je soms nog met een algemeen gesprek wegkomen. Maar als bij online de actie die mensen kunnen ondernemen niet helder is, dan gaan mensen al snel weg. Bij wijkbudgetten zijn bijvoorbeeld de actie om geld te verdelen, een plan in te dienen of te liken erg simpele en concrete acties.’
Voor- en nadelen van online participatie
‘Bij online participatie hoef je niet direct all-in te gaan, dat is een groot voordeel. Offline ben je bij een bewonersbijeenkomst of niet. Het is daarbij dus alles of niets.
Online kun je zorgen voor verschillende instapniveaus. Iedereen kan op een eigen manier meedoen. Een aantal mensen dient een plan in, maar dat is vaak niet een enorm grote groep. Maar vervolgens kunnen heel veel mensen een reactie daarop plaatsen, of alleen maar liken. Of alleende plannen op de website bekijken en je zegen eraan geven.
Een nadeel is dat je groepen mist, omdat niet iedereen online is. Online is dus geen complete vervanging voor offline. Daarom is een stelregel bij ons dat je ook altijd een offline-mogelijkheid aanbiedt.
Een ander nadeel is dat de echte dialoog met een dubbele interact lastiger te bereiken is. Daarmee bedoel ik: ik zeg wat tegen jou, jij zegt wat tegen mij en ik zeg direct iets terug. Dat is online moeilijker te bereiken. Zeker als het gaat om asynchrone digitale participatie. (Asynchroon betekent dat de communicatie niet gelijktijdig is – reageren op webberichten is bijvoorbeeld asynchroon, red.)
Goede tools om deze dialoog online beter te voeren worden alleen nog maar belangrijker in de toekomst denk ik. Polis is daar een goed voorbeeld van.’
——————————————–
Bedankt voor je aandacht en interesse
Tijdelijk bieden we een kosteloze workshop OpenStad op locatie aan. Doe ook eens mee.